Het oordeel van huurders over de dienstverlening van hun woningcorporatie is voor het eerst in vijf jaar gestagneerd. Het oordeel van huurders over de kwaliteit van hun woning daalde zelfs licht, van 7 naar 6,9. Dit blijkt uit de Aedes benchmark 2018.

klanttevredenheid
IStock 

Het oordeel van huurders is een van de vijf onderdelen van de Aedes benchmark, die de prestaties van woningcorporaties met elkaar vergelijkt. Aan de benchmark, die inmiddels vijf jaar bestaat, doet 90 procent van de corporaties mee.

Belangrijk instrument

De benchmark is voor huurdersorganisaties een belangrijk instrument om te zien hoe hun corporatie presteert. De andere vier onderdelen naast huurdersoordeel zijn: bedrijfslasten, duurzaamheid, onderhoud & verbetering en beschikbaarheid & betaalbaarheid. Huurdersorganisaties kunnen de prestaties van hun corporatie vinden op https://dkvwg750av2j6.cloudfront.net/m/0a0aae4755221e54/original/Aedes-benchmark-2018_Individuele-resultaten-woningcorporaties.xlsx(externe link)

Meer ontevredenheid over kwaliteit

Het huurdersoordeel over de dienstverlening bleef gelijk ten opzichte van vorig jaar. Opvallend is dat huurders van kleine corporaties tevredener zijn over de dienstverlening dan die van grote(re). Het gemiddelde oordeel ligt nog wel ruim boven de 7. Dat ligt anders met het huurdersoordeel over de kwaliteit van de woning. Dat rapportcijfer daalde van 7 naar 6,9.

Meer achterstallig onderhoud

De oorzaak van deze daling is de groeiende groep huurders (32 procent) die ontevreden is (rapportcijfer 6 of minder) over de kwaliteit. Het aandeel huurders dat vindt dat er sprake is van achterstallig onderhoud nam toe van 35 naar 37 procent. Volgens Aedes ‘laten deze resultaten zien hoe belangrijk het is om de mening van de huurder mee te nemen in de beslissing waar onderhoudswerkzaamheden en woningverbeteringen worden gepland’.

Beschikbaarheid & betaalbaarheid

Het aantal sociale huurwoningen daalde, zowel in de categorie met een huur tot de (hoge) aftoppingsgrens (€ 635,05) als in de categorie erboven (met huur tot € 710,68). In de eerste categorie daalde het aantal met 17.000 woningen en in de tweede met 55.000 woningen. Volgens Aedes gaat het om een eenmalige overheveling van woningen uit de sociale voorraad naar de duurdere voorraad. Deze woningen kunnen in de toekomst worden geliberaliseerd en daarmee worden onttrokken aan de sociale voorraad. De Woonbond is tegen verkoop van deze woningen.
De huren stegen gemiddeld met 0,9 procent.

Bedrijfslasten omhoog

De totale bedrijfslasten stegen het afgelopen jaar met € 35,- naar € 1.699,- per woning. Dit komt door de gestegen belastingen: de verhuurderheffing en onroerendezaakbelasting. Deze stijging was groter dan de daling van de kosten die corporaties zelf kunnen beïnvloeden. Die daalden de afgelopen vijf jaar met 25 procent, terwijl de belastingen met 75 procent omhoog gingen.

Gestaag energiezuiniger

Corporatiewoningen worden gestaag energiezuiniger. De zogeheten Energie-Index (EI) daalde van 1,73 naar 1,65. Gaat de EI de komende jaren in hetzelfde tempo omlaag, dan wordt in 2021 1,4 bereikt. Dit sluit aan op de ambitie van gemiddeld energielabel B in 2021, die Aedes heeft vastgesteld in haar Woonagenda.

Meer geld naar onderhoud

De kosten voor onderhoud & verbetering stegen met 16 procent naar € 2.495,- per woning. Dit komt vooral door de toename aan investeringen in woningverbetering in combinatie met meer planmatig onderhoud. Desondanks daalde de (gemiddelde) tevredenheid van huurders over de kwaliteit van hun woning.