Huurders van een woning besteden gemiddeld 38,1 procent van hun inkomen aan wonen. Voor huiseigenaren ligt dat percentage, de ‘woonquote’, op 29 procent. Dat blijkt uit de vandaag gepresenteerde cijfers van het WOON-onderzoek in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en uitgevoerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het gat tussen kopers en huurders is bovendien groter geworden. Het CBS geeft aan dat dat niet te verklaren is door inkomensverschillen, maar door een groter verschil in gemiddelde woonlasten.

Woonbonddirecteur Paulus Jansen: ‘De gemiddelde woonquote voor huurders is sinds 2015 gestabiliseerd, maar ligt nog steeds veel te hoog. Dit laat zien dat betaalbaarheid van het huren politiek veel meer prioriteit moet krijgen.’ Dat kan bijvoorbeeld door de verhuurderheffing, die sociale verhuurders betalen aan het Rijk, af te schaffen. ‘Het is absurd dat armere huurders via hun verhuurder miljarden aan extra belasting betalen, terwijl de minister van Financiën een overschot van 11 miljard euro boekt.’ Ook pleit de Woonbond voor een eigendomsneutrale ‘woontoeslag’ in plaats van de huidige hypotheekrenteaftrek en huurtoeslag.

Daarnaast zouden huurders in de vrije sector huurprijsbescherming moeten krijgen: ‘Zij lopen nu vaak tegen woekerprijzen aan, waar ze niets tegen kunnen ondernemen.’