Als de prijzen voor levensonderhoud blijven stijgen kunnen straks 1,2 miljoen huishoudens in de problemen komen met hun maandelijkse lasten, bleek uit berekeningen van het CPB. Uitgaande van het prijsniveau van januari 2021 gaat het al om zo’n 500.000 huishoudens.

Afhankelijk van de prijsstijgingen kan dat aantal dus oplopen tot 1,2 miljoen huishoudens. Dat is 15 procent van alle huishoudens, schrijft het planbureau(externe link).

Lage inkomens en huurders vaker in de problemen

Van de mensen die financieel in de knel zit of dreigt te raken heeft het merendeel een laag inkomen en ze wonen vaker in een huur- dan een koopwoning. Zo’n 65 procent huurt. Het planbureau geeft aan dat veel lage inkomens structureel in de problemen zitten en pleit ervoor om het besteedbaar inkomen van deze groep te verhogen. Bijvoorbeeld door hogere uitkeringen en een hoger minimumloon.

Meer middeninkomens komen in de knel

Ook middeninkomens komen meer in de knel door de stijgende prijzen.  Voor hurende middeninkomens in een sociale huurwoning kan daar dit jaar ook nog eens een forse huurverhoging bijkomen van €50,- of 100,- per maand.