Minister Ollongren wil gemeenten, woningcorporaties en huurdersorganisaties nauwelijks extra ruimte geven om samen oplossingen te kiezen voor de woningmarkt in het eigen gebied. Dat blijkt uit de voorstellen van de minister om de Woningwet aan te passen. Woonbond en Aedes vinden dat teleurstellend: huurders en woningzoekenden in het hele land kunnen minder goed geholpen worden.
 
Op basis van een evaluatie doet minister Ollongren voorstellen om de Woningwet aan te passen. Alom is er overeenstemming dat het goed is dat de wet er is gekomen. De wet heeft de taken van corporaties verhelderd en het toezicht is aangescherpt. Ook de onafhankelijke commissie-Van Bochove, waarin onder andere voormalig minister Spies zat, kwam in haar evaluatie van de wet tot die conclusie.

Dezelfde commissie noemt echter de wet ‘een landelijk confectiepak dat lokaal knelt’. Lokaal en regionaal hindert de wet bij het oplossen van knelpunten op de woningmarkt. Op basis van flexibeler regels zouden corporaties, gemeenten en huurders lokaal kunnen vaststellen wat ter plekke tot de kerntaak van corporaties moet behoren. Ze zouden dan preciezere lokale keuzes kunnen maken welke woningzoekenden tot de doelgroep van corporaties horen en welke woningen voor hen passend zijn. In sommige regio’s is dringend behoefte aan meer middeldure huurwoningen, in andere moet vooral de samenstelling van de wijken verbeterd worden.
 
Tot teleurstelling van Woonbond en Aedes is minister Ollongren echter niet van plan die ruimte te bieden. Ze kondigt een onderzoek aan en wil detailregels schrappen en het toezicht meer verschuiven naar controle achteraf. Ook komt er meer ruimte in het passend toewijzen en het verduurzamen van woningen. Positieve punten, maar de minister biedt geen substantiële extra ruimte voor effectief lokaal woningmarktbeleid. Een gemiste kans.

Inkomensgrens moet omhoog 

De minister neemt het advies van de commissie-Van Bochove over om de inkomensgrens voor de toewijzing van sociale huurwoningen te differentiëren naar huishoudgrootte. De inkomensgrenzen worden dan bepaald aan de hand van de draagkracht van huishoudens en hun kansen in de vrije huur- en koopsector. Volgens Woonbond en Aedes kan het niet anders dan dat dat leidt tot hogere inkomensgrenzen, met name voor meerpersoonshuishoudens. Op steeds meer plekken in Nederland hebben (lage) middeninkomens nu nauwelijks kansen op de woningmarkt. De minister stelt echter voor om de inkomensgrens voor eenpersoonshuishoudens te verlagen. Dat vinden we een zorgelijke ontwikkeling omdat ook deze groep huishoudens veel problemen heeft bij het vinden van een woning. Anderzijds zouden we – gelet op de koopkrachtverschillen – ook graag zien dat er onderscheid wordt gemaakt tussen twee-, drie- en-meerpersoonshuishoudens.

In het voorstel wordt meegewogen dat de doelgroep niet groter mag worden. Dat is wat ons betreft echt de wereld op zijn kop: het woningmarktbeleid moet worden gebaseerd op daadwerkelijke slaagkansen van huishoudens, niet op een papieren werkelijkheid. Bovendien hebben recente gerechtelijke uitspraken uitgewezen dat Nederland zelf de inkomensgrens kan bepalen, hoewel de minister blijft beweren dat dat een Europees besluit vergt.

Sociaal Huurakoord

Helaas kan het door Woonbond en Aedes gesloten Sociaal Huurakkoord nog niet dit jaar al in wetgeving omgezet worden. Partijen hebben hun achterbannen wel gevraagd om vooruitlopend op wetgeving de gemaakte afspraken al zoveel mogelijk in de praktijk te brengen. Het is wel positief dat de minister dit voor de jaren daarna wil regelen. Gelukkig biedt de minister op dit vlak wel meer ruimte voor lokaal maatwerk.

Versterken lokale driehoek

Een belangrijk element in de nieuwe wet is de driehoek van gemeente-corporatie-huurdersorganisatie, die in prestatieafspraken keuzes maakt op grond van de lokale opgave. Het is naar de mening van Aedes en Woonbond belangrijk om de komende tijd te blijven werken aan de optimalisatie van dit instrument.
 
De partijen hebben zorg over het tempo van aanpassing van de wet. Deze kabinetsperiode dreigt verloren te gaan aan meer studies en uitwerkingen. Dat gaat het maatschappelijk veld niet helpen bij nu al urgente opgaven voor nieuwbouw van sociale huur, middenhuur en verduurzaming.